Staalframebouw
Staalframebouw is een volstrekt andere bouwwijze dan het in Nederland
bekendere staalskeletbouw. Bij staalframebouw wordt met vlakvormige
elementen zoals vloeren en wanden een constructie samengesteld. De
bouwwijze is daardoor vergelijkbaar met houtskeletbouw. In plaats van
hout worden de frames opgebouwd uit koudgevormde C- en U-profielen
gemaakt uit dunwandige staalplaat. Staalskeletbouw daarentegen bestaat
uit warmgewalste, dikwandige HE- en IPE-profielen.
Koudgevormde, dunwandige staalprofielen zijn in de staalfabriek reeds
van een conserverende zinklaag voorzien. De dunne staalplaat is met 1,5
mm circa vier keer zo dik als metal stud profielen, maar wel weer een
stuk dunner dan een warmgewalst staalprofiel. Dit paart hoge sterkte aan
een laag gewicht en biedt veel constructieve mogelijkheden. Op de
dragende frames worden plaatmaterialen aangebracht die constructief
meewerken om het element via schijfwerking stabiliteit, stijfheid en
extra sterkte te verschaffen.
Tijdens de Wederopbouw werd geëxperimenteerd met innovatieve systeembouw
om de woningnood te lenigen. Het Polynorm-systeem, ontworpen door
Alexandre Horowitz, maakte gebruik van dunne staalplaat, geproduceerd
door de Koninklijke Hoogovens. Hiermee werden in Amersfoort vier
proefwoningen, en in Bunschoten en Eindhoven in totaal meer dan 200
woningen gebouwd. Toen de overheidssubsidie medio jaren vijftig verviel,
bleek het systeem niet marktconform levensvatbaar.
Medio jaren negentig herintroduceerde de Koninklijke Hoogovens het
doorontwikkelde bouwsysteem in Nederland onder de merknaam Star-Frame.
Onder licentie van het huidige staalbedrijf Tata vindt de technologische
ontwikkeling plaats bij praktijkgerichte licentiehouders. De ervaring
is vastgelegd in een KOMO-certificaat dat door attesthouder Star-Frame
regelmatig wordt geactualiseerd.
De vederlichte bouwwijze leent zich goed voor het toevoegen van meerdere
lagen op bestaande gebouwe. In 2006 wonnen de optop-appartementen
Nautilus en Ijsvis in Scheveningen de Nationale Staalprijs.