Ter voorkoming van trillingsoverdracht naar de buren, en ook ter verbetering van de geluidisolatie, is het van belang dat de elementen van de draagconstructie zo buig- en torsiestijf mogelijk zijn.
De doorgifte naar naastliggende vloeren (woningen) kan worden beperkt door te varieren in eigenschappen van vloeren en/of draagconstructie. Het gaat om:
Afvering is geen praktische trillingsmaatregel. Met afvering wordt een aanliggend bouwdeel ontzien, maar het bouwdeel dat afgeveerd wordt gaat er des te harder van trillen. Bovendien is de benodigde afveerfrequentie zo laag (1 Hz of lager) dat deze praktisch niet te realiseren is. Daarom moet verend materiaal bij trillingen niet als veer, maar als demper ingezet worden.
De bestrijding van trillingen staat vaak op gespannen voet met methodes om geluidisolatieeisen te halen. De twee dienen daarom in samenhang te worden ontworpen. Een belangrijk aandachtspunt in dat kader is de akoestische afvering, bijv. bij doos-in-doos-constructies. Om in het akoestisch domein (30 Hz en hoger) voldoende geluidisolatie te halen wordt liefst afgeveerd met eigenfrequentie van 20 Hz of lager. Een potentieel nadeel van afvering is dat bij die eigenfrequentie geen isolatie maar juist opslingering plaatsvindt. Zo'n opslingering, onder de 20 Hz, verhoogt juist de trillingsniveaus.